Rolmodellen katalysator voor innovatie

Studenten brengen bèta-onderwijs de klassen in.

Gemotiveerde krachten inzetten voor bèta-onderwijs in het po en vo: dat is wat de TU Delft onder de naam Co-Teach STEM doet in samenwerking met studenteninitiatief NUVO. De lerarenopleiding van TU Delft zorgt voor de vakdidactische en pedagogische ondersteuning, de studenten voor enthousiasme en onderwijs dat beklijft.

Het is een bijzondere en ook heel logische coalitie, de samenwerking tussen de organisaties van Renée Prins, bij TU Delft projectmedewerker van Co-Teach STEM en Bas Brouwer, mede-oprichter van NUVO. Zo zoekt TU Delft bijvoorbeeld structureel naar nieuwe mogelijkheden om bèta-innovaties het onderwijs in te krijgen. Om daarmee te voorkomen dat kennis en expertise op dit vlak ‘wegsijpelt’. Renée: “Docenten missen vaak de tijd om nieuwe ontwikkelingen in hun les toe te passen.”

En dat terwijl NUVO juist probeert het bèta-onderwijs op scholen een prikkelende impuls te geven. Bas: “Onze passie voor dit soort onderwijs leidde tot ons initiatief: studenten in de klas. Dit enthousiasmeert niet alleen leerlingen voor techniek en bètavakken, maar wekt ook mogelijk interesse bij TU Delft studenten voor een carrière in het leraarschap. Zo dragen we bij aan een positieve toekomst voor zowel technisch onderwijs als het leraarsvak.”

TU Delft Studenten als Co-Teachers

Co-Teach STEM is het pilotprogramma waarin de samenwerking tussen TU Delft en NUVO momenteel vorm krijgt. Waarbij STEM staat voor Science, Technology, Engineering and Mathematics. Renée: “Het doel van dit pilotproject is om scholen te helpen actueel bètatechnisch onderwijs te geven, samen met inhoudelijk experts ofwel ‘Co-Teachers’. Dat kunnen experts uit het bedrijfsleven zijn, of TU Delft studenten van NUVO.”

Het mes van de aanpak snijdt volgens Renée aan meerdere kanten: “Co-Teachers kunnen met hun inhoudsdeskundigheid nieuwe ontwikkelingen onder de aandacht brengen in de klas. Ze zijn bovendien een rolmodel voor leerlingen en verbinden de school met bètatechnische beroepspraktijken. Dit kan leerlingen én docenten op hun beurt weer inspireren en motiveren voor bijvoorbeeld een onderwerp voor een profielwerkstuk, of een koppeling naar een bèta-vak.”

Opleidingsmodules

Ook niet onbelangrijk: Co-Teach STEM pakt op deze manier ook het docentenvraagstuk aan. Want de Co-Teachers worden namelijk niet zomaar op het onderwijs losgelaten. Renée: “De TU Delft Lerarenopleiding geeft de Co-Teachers de broodnodige pedagogische en vakdidactische kennis mee, in de vorm van modules. Voor ons een ideale kans om in contact te komen met TU Delft studenten die de weg naar het onderwijs zoeken maar niet bij onze opleiding terechtkomen. Deze groep kunnen wij nu warm maken voor dat onderwijs.”

NUVO ziet vergelijkbare voordelen van deze samenwerking. Bas: “Wij vinden het belangrijk dat studenten die wij inzetten beschikken over voldoende vakdidactische en pedagogische kwaliteiten. Alle kennis daarvoor is aanwezig op de lerarenopleiding van TU Delft.”

Over belangstelling voor deelname heeft hij in elk geval niet te klagen: “Veel studenten zijn op zoek naar een bijbaan die nuttig is, iets waarmee ze maatschappelijk impact maken en ook nog aardig verdient. Sommigen hebben ook al ervaring met bijles geven. Van kandidaten verwachten wij dat zij interesse hebben in het onderwijs, snappen hoe onderwijs in elkaar zit en begrijpen hoe je kennis overdraagt en toehoorders kunt raken. Vooral studenten die enthousiast worden van onderwijs zijn interessant voor ons: ze zijn goed in wat ze doen en ze blijven graag lang met ons samenwerken.”

[lees verder onder de foto]

Tweede fase

Inmiddels gaat Co-Teach STEM de tweede fase in. Renée: “Met de eerste deelnemersgroep hebben we het proces en de samenwerking ingericht. Nu starten we met een volgende groep deelnemers en nemen daarin de lessen uit die startfase mee. Zo zoeken we bijvoorbeeld nog naar de juiste manier en het juiste moment in het proces om onze vakdidactische en pedagogische trainingen te geven aan de verschillende groepen experts die wij inzetten. Studenten willen het liefst gelijk aan de slag op een school als bijbaan. Voor experts uit het bedrijfsleven is meer maatwerk nodig.”

Duidelijk is inmiddels dat het meestal niet heel ingewikkeld is om aan voldoende Co-Teachers te komen, of het nu TU Delft studenten zijn of experts uit het bedrijfsleven. Renée: “Iedereen is super enthousiast. Maar de werkgevers van de experts vragen zich wel af: wie doet het werk dat blijft liggen omdat jij op vrijdag les gaat geven?” Ook is de vraag of er een plek ingeruimd kan worden voor de Co-Teachers. Renée: “Scholen zijn enthousiast, maar onderwijsroosters- en systemen kunnen rigide zijn. Waar passen we deze inzet bijvoorbeeld in? Bij welke vakken? In de praktijk zit de meeste ruimte in de bovenbouw van het po (de groepen 6, 7 en 8) en in de onderbouw van vmbo, havo en vwo. Daar is vaak net iets minder druk vanuit het curriculum.”

Duurzame oplossingen

Hoe complex ook, gelukkig ziet Renée dat scholen zich al vaker uit zichzelf komen melden bij Co-Teach STEM. “Zij beseffen dat zij de kennis en expertise missen en nergens anders kunnen krijgen. Samen gaan we dan op zoek naar duurzame oplossingen. Want met wat gastlessen alleen zijn we er bij lange na niet. Wij gaan liever voor duurzame oplossingen”

Toekomst

De volgende stappen tekenen zich intussen ook al duidelijk af. Zowel voor NUVO als voor TU Delft. Bas: “De eerste pilots zijn positief. Leerlingen vinden onze student-docenten leuk, omdat zij vaak veel affectie met het onderwerp hebben. Er liggen door TU Delft ontwikkelde modules klaar voor onze NUVO studenten. Nu is het zaak dat we meer naamsbekendheid krijgen. Er moeten meer scholen gaan meedoen. We zullen er bovendien voor moeten zorgen dat we meer in het nieuws komen. En het is belangrijk dat we meer lessenseries voor het onderwijs gaan ontwikkelen. Zo groeien we gestaag voort en blijven we ons ontwikkelen.”

Voor Renée is nu de vraag actueel of deelname aan het programma de deelnemers ook een duidelijke beloning op kan gaan leveren. “Het zou mooi zijn als personen die als Co-Teachers modules aan het onderwijs geven daarvoor een formele status ontvangen.” Maar tegelijkertijd beseft zij dat er eigenlijk nog een veel groter probleem opgelost moet worden: “Er is structureel te weinig aandacht voor het vak van docent. Dat is iets waar lerarenopleidingen, het ministerie van OCW maar ook bedrijven en scholen uit het po en vo over moeten nadenken en samen in moeten gaan optrekken. Welke kansen zien we?”

Expertisecentrum

Techkwadraat kan wat dat betreft een nieuwe impuls geven, verwachten Bas en Renée. Renée: “Waarbij we wel moeten oppassen dat niet overal opnieuw het wiel wordt uitgevonden. Wij hebben immers de infrastructuur al. Het zou zonde zijn als nieuwe aanbieders vergelijkbare dingen gaan doen. Hoe mooi zou het zijn als we over een jaar of twee kunnen zeggen dat Co-Teach STEM in samenwerking met NUVO een erkend expertisecentrum is, dat daadwerkelijk in staat is het bèta-onderwijs van frisse, nieuwe en innovatieve impulsen te voorzien?”

 

Tips van Co-Teach STEM

 Wat zijn geleerde lessen van de aanpak van Co-Tech STEM? Dit zijn de antwoorden van projectleider Renée Prins:

Ook interessant

Reactie, vraag of suggestie?

Denk mee, doe mee en deel met ons!

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Wil je graag onze nieuwsbrief ontvangen?