Assessing the Impacts of STEM Learning Ecosystems
In hun artikel richten zich Kathleen Traphagen en Saskia Traill (2015) op de voordelen van buitenschoolse leerecosystemen voor bètatechnisch onderwijs.
STEAM Limburg brengt wetenschap en technologie (W&T) naar context van het basisonderwijs.
STEAM Limburg stimuleert leerlingen en leerkrachten in het basisonderwijs om aan de slag te gaan met Wetenschap en Technologie. De kunst is om dat zo te doen dat scholen dat niet als iets extra’s zien. Hoe dat lukt? “De basisvraag begint in de klassen”, aldus programmaleider Tessa Timmermans.
Door leerlingen zelf te laten onderzoeken zet je hun nieuwsgierigheid van nu om in ontdekkingen van morgen. En: De eerste vrouw op Mars zit vanmorgen misschien wel aan jouw ontbijttafel. Het zijn twee gevleugelde uitspraken die het goed doen in de Limburgse STEAM-community. Projectleider Tessa Timmermans: “Ze illustreren de drive en de noodzaak om al vroeg met Wetenschap en Technologie in het onderwijs aan de slag te gaan.”
Want dat gaat nu eenmaal niet vanzelf, weten ze inmiddels ook in Limburg. Tessa: “De ervaring leert dat als we het onderwerp niet agenderen, dat het dan naar de achtergrond verdwijnt. Dan zijn rekenen en taal belangrijker. Zonde, want ook vanuit arbeidsmarktperspectief is het belangrijk dat we die interesse in deze vakgebieden vroeg aanwakkeren.”
Faciliteren, ontzorgen en een collectieve aanpak: dat zijn de basisprincipes waarmee STEAM Limburg basisscholen in onze zuidelijke provincie helpt om Wetenschap en Technologie in het onderwijs te laten landen. Tessa: “Zo hebben we op verschillende plekken in de provincie Doe-labs. Op deze plekken komen leerlingen projectmatig in aanraking met Wetenschap en Technologie.”
Belangrijk uitgangspunt is dat de aangeboden projecten en activiteiten in de Doe-labs zoveel mogelijk vraaggestuurd zijn. Tessa: “Wij organiseren dus nadrukkelijk geen – zoals wij dat noemen – chips- en cola-activiteiten. De activiteiten sluiten altijd inhoudelijk nauw aan op een basisvraag van een school. Dan is het nooit iets wat er even ‘bij’ moet, maar maakt de kennismaking altijd onderdeel uit van de onderwijscontext.”
Stel bijvoorbeeld dat een school iets wil doen rondom het thema duurzaamheid. Tessa: “Wij krijgen dan de vraag: hebben jullie daar iets voor? Vervolgens vragen wij goed uit wat er op de school zelf al is en welke methodes er gebruikt worden. Daarna gaan wij in gesprek met bedrijven uit ons netwerk en andere partners en samen doen wij een voorstel voor een programma of activiteit in een van de Doe-labs, iets wat zo goed mogelijk aansluit op die basisvraag.”
Die activiteiten biedt STEAM Limburg aan in samenwerking met bedrijven uit de regio en andere partners. Tessa: “Bedrijven die meedoen aan onze activiteiten komen deels van de Brightlands campussen in Heerlen, Maastricht, Sittard-Geleen en Venlo. Daar vind je een combinatie van studenten, specialisten, ondernemers, onderzoekers én de overheid. Samen bedenken, maken en verkopen zij producten en diensten van morgen. Soms komen bedrijven van die campussen met verzoeken onze kant op. Dan kijken wij of dat matcht met de vraag vanuit het onderwijs. En uiteraard hebben alle deelnemende scholen lokaal ook al contacten met bedrijven. Daar gaan wij als dat niet nodig is niet tussen zitten.”
[lees verder onder de foto]
Achter de Doe-labs en de activiteiten die daar plaatsvinden schuilt ook nog een doordacht organisatieconcept. Zo gelooft STEAM Limburg dat draagvlak en commitment binnen de (school)organisatie van essentieel belang zijn om Wetenschap en Technologie de plek te geven die het nodig heeft. Tessa: “En dus hebben wij meer nodig dan een centrale projectorganisatie die alles wel even regelt en doet. Daar bovenop vragen we van schoolbesturen om een zogenoemde regio coördinator daar deels voor vrij te spelen. De ene keer is dat een docent, de andere keer iemand die dat bovenschools doet. Dat is heel wisselend. Maar niet vrijblijvend. We leggen dat vast in convenanten die we met de besturen afsluiten. Die convenanten gelden meteen voor meerdere jaren, zodat we continuïteit creëren. Zo leggen we een deel van de verantwoordelijkheid en het eigenaarschap heel bewust bij de deelnemende scholen zelf.”
Deze coördinatoren komen, als tegenprestatie, in een warm communitybad terecht. Zo organiseert STEAM Limburg regelmatig zogenoemde STEAM-dagen waar thematisch inhoudelijke thema’s worden uitgediept. Doel is om zo kennisdeling, -vermeerdering en het uitwisselen van ervaringen tussen de verschillende regio’s te stimuleren. Zo werd onlangs tijdens de laatste STEAM-dag een eerste conceptversie van een lesprogramma voor kleuters gepresenteerd. Ook vinden er eens per zes weken digitale koffiemomenten plaats om even bij te praten. Tessa: “Het gevolg is dat coördinatoren elkaar inmiddels behoorlijk goed kennen en elkaar ook al regelmatig helpen met problemen die ze in hun dagelijkse praktijk tegenkomen.” En wordt via STEAM Limburg een project of activiteit in een Doe-lab succesvol afgerond? Dan worden de resultaten door de coördinatoren via de community breed gedeeld.
Doen we wel de goede dingen? Ook dat is een vraag die STEAM Limburg zichzelf vrijwel dagelijks blijft stellen. Tessa: “Ons doel is namelijk een vaste plek te krijgen voor Wetenschap & Technologie en digitale geletterdheid in het curriculum van de scholen. We moeten ons dan wel steeds blijven afvragen wat het effect is van onze inspanningen, op scholen en kinderen. Om dit objectief in kaart te brengen blijven we voortdurend monitoren en is permanent onderzoek noodzakelijk. Hiervoor zoeken we als dat kan de samenwerking op met onze partners.”
Op grond van de ervaringen tot nu toe, kan Tessa wel een soort tussenstand opmaken van wat de inspanningen van STEAM Limburg zoal opleveren. Zo komen in vergelijking met andere regio’s kinderen uit Limburg meer in aanraking met bijzondere vakgebieden rondom Wetenschap en Technologie. Tessa: “De aanpak wordt breed gedragen, en er ligt een prima infrastructuur. Ook levert onze aanpak eenduidigheid op, naar buiten, bijvoorbeeld naar het bedrijfsleven. Belangrijke winst is dat zowel bedrijven als scholen niet meer allerlei losse contacten hoeven te onderhouden.”
Tegelijkertijd blijven er nog genoeg uitdagingen over. Tessa: “Zo gaan veel scholen vol voor onze aanpak, maar sommigen vinden het ook nog lastig. En soms kost het allemaal meer tijd dan gehoopt. Ook hangt het allemaal nog wat te veel op personen. Daarom proberen we het team van coördinatoren en de uren die zij beschikbar hebben nog wat verder uit te breiden. Bovendien moeten we continu om aandacht en ruimte strijden met de basisvaardigheden, zoals rekenen en taal. Dat blijft. Terwijl het juist zou moeten gaan over die mooie combinatie.”
Ambities voor de toekomst zijn er ook. Zo wil STEAM Limburg allereerst nog veel meer leerlingen naar de Doe-labs halen. “In Venlo bijvoorbeeld doen we nu vooral projecten voor groepen 7, maar we willen ook dolgraag de groepen 4, 5, 6 en 8 naar binnen trekken.” Bovendien is er bij STEAM de wens om meer Limburg-brede bedrijvenprojecten te gaan ontwikkelen. “Nu doen we dat al, bijvoorbeeld met afvalverwerkers. Met als startvraag: hoe gaan we eigenlijk om met ons afval? Doel is dat coördinatoren met deze afvalverwerkers tot een concreet lesprogramma komen. Vergelijkbare projecten zijn er rondom 3D-printen, logistiek en voeding. Het zou mooi zijn als we er nog meer gaan ontwikkelen.”
Het programma Techkwadraat gaat STEAM Limburg mogelijk verder op weg helpen. “We hopen dat we daardoor ons bedrijven- en scholennetwerk verder kunnen gaan uitbreiden en dat we financieel gezien de regio coördinatoren wat extra uren kunnen vrijspelen”, aldus projectleider Tessa. “Maar we gaan vooral ook door op al die plekken die we nu al hebben; op al die Doe-labs waar zo veel creativiteit opborrelt, uitwisseling plaatsvindt en de kracht van het netwerk zich steeds weer bewijst. Daar zit namelijk al heel veel energie. Het is zonde daar geen gebruik van te maken.”
Wat zijn geleerde lessen van de aanpak van STEAM Limburg? Dit zijn de antwoorden van projectleider Tessa Timmermans: