Deltabooster. Wetenschap & technologie voor kinderen
6 gevalideerde belevingswerelden van kinderen voor wetenschap en technologie
Docenten en bedrijven ontwerpen samen W&T-lesprogramma’s.
Kids4Twente biedt leerkrachten en schoolleiders op basisscholen systematisch hulp bij het ontwikkelen van wetenschap- en technologieonderwijs. Met hulp van het Twentse bedrijfsleven, W&T-experts en onderwijsaanbieders, zoals musea en maakplaatsen, krijgen ‘de uitvinders van morgen’ in klaslokalen actuele uitdagingen voorgelegd. Een doordachte cyclus garandeert dat scholen leren van deze aanpak.
Zo’n twee jaar geleden stond projectleider Dave van der Valk, samen met Tim Post, onderwijspsycholoog en ontwikkelaar van W&T-onderwijs, aan de basis van Kids4Twente. “Hoe kunnen we een aanpak ontwikkelen om wetenschap en technologie meer onder de aandacht van scholen te brengen? Die vraag kwam op tijdens een bijeenkomst van de Twente Board, een samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs, met als doel deze regio te ontwikkelen tot groene technologische topregio.”
Die vraag kwam niet zomaar op. Dave: “De maatschappelijke problemen van nu vragen om vindingrijke oplossingen. En we weten dat kinderen van nature heel vindingrijk zijn. Maar dan moeten we die vindingrijkheid wel doeltreffend stimuleren.” De ambitie was dan ook een programma te ontwikkelen dat bij leerlingen op scholen lef, creativiteit en nieuwsgierigheid activeert. Dave: “Ofwel: een schoolontwikkelprogramma waarmee we doorlopend een rijke schoolomgeving voor leerlingen creëren. Zodat scholen steeds beter worden in W&T-onderwijs en leerlingen zich goed kunnen voorbereiden op een leven vol verandering.”
Inmiddels is Kids4Twente een vaste waarde. Steeds meer leerlingen uit het Twentse basisonderwijs maken systematisch kennis met W&T-onderwijs én met bedrijven uit de regio. Dave: “Scholen wilden graag met dit soort onderwijs aan de gang, maar hadden behoefte aan de juiste ondersteuning. We faciliteren de samenwerking met het bedrijfsleven. Hierdoor krijgen kinderen de kans om praktijkervaring op te doen en zich bewust te worden van hun toekomstige loopbanen.”
En regelmatig levert dat ook verrassende en creatieve uitkomsten op. Zoals die ‘statiegeldprullenbak’ die een klas leerlingen bedacht. Gooi je daar afval in? Dan komt daar als beloning een zelfgemaakte Pokemonkaart uit. Voor een moestuin werd door andere leerlingen een sensorsysteem bedacht dat zelf waarschuwde als de grond te droog werd: ‘Help ik heb dorst; geef mij iets te drinken’. Dave: “Creatieve oplossingen waar het plezier vanaf straalt.”
Achter dit W&T-onderwijs in de klaslokalen gaat een halfjaarlijkse repeterende Kids4Twente cyclus schuil, voor docenten en W&T-coördinatoren op scholen. Zij worden tijdens het doorlopen van die cyclus ondersteund door bedrijven en aanbieders van onderwijsprogramma’s. “Vertrekpunt daarbij is altijd het ontwikkeldoel van een school: welk thema gaan wij oppakken? Vraaggestuurd dus. Op basis van dat thema gaan wij in ons netwerk op zoek naar een passend bedrijf dat een school daarbij kan helpen”, aldus Marjolein Lindeman, projectcoördinator bij Kids4Twente.
Is dat gelukt, dan is de volgende stap in de Kids4Twente-cyclus het Netwerkcafé. Marjolein: “Dit is een informele kennismaking waar vertegenwoordigers van scholen en bedrijven elkaar kunnen ontmoeten. Samen verkennen zij de mogelijkheden om tot samenwerking in de vorm van W&T-onderwijs te komen.”
Daarna volgt er een Kennislab. Daar spijkeren leraren en W&T-coördinatoren van scholen hun kennis en vaardigheden bij over het verzorgen van doeltreffende W&T-lessen. De workshops die de deelnemers volgen worden gegeven door W&T-experts van Kids4Twente. Marjolein: “De nadruk ligt op de didactiek van onderzoekend en ontwerpend leren.”
De cyclus van Kids4Twente wordt daarna vervolgd met een Ontwerpstudio, waarin docenten samen met bedrijven een passend lesplan op maat gaan ontwikkelen. Hulp krijgen zij ook in deze fase weer van experts uit het Kids4Twente W&T-Expertteam. En – indien nodig – ook van onderwijsaanbieders, zoals musea en maakplaatsen. Bedrijven vertalen in deze fase hun bedrijfsvoering en technologie naar pakkende onderzoeks- of ontwerpopdrachten voor in de klaslokalen. De W&T-experts van Kids4Twente helpen scholen tevens om de nieuwe onderwijsinhoud zo goed mogelijk te integreren in hun reguliere lesprogramma.
“Naast de Kids4Twente cyclus begeleiden we scholen bij het opzetten van een netwerk van bovenschoolse W&T-experts en een W&T-coördinator op elke school”, vult dave aan. “Ook is een training- en begeleidingstraject beschikbaar waarbij we experts, coördinatoren en schooldirecteuren ondersteunen om hun eigen rol binnen de schoolontwikkeling verder vorm te geven.”
Lees verder onder de foto.
Uiteindelijk komt het dan tot daadwerkelijke lesuitvoering. Leerkrachten voeren het ontwikkelde lesprogramma uit, met hulp van het bedrijf dat hen daarbij ondersteunt. Bijvoorbeeld in de vorm van een bedrijfsbezoek of via een opdracht. Daarna volgt er een evaluatie van het ontwikkelproces en definieert de school nieuwe ontwikkelpunten voor de toekomst. De cyclus van Kids4Twente wordt afgesloten met het opleveren en ontsluiten van een ‘best practice’, met tips en tops, om daarmee andere scholen en bedrijven te inspireren die ook meer werk willen maken van W&T-onderwijs.
Doel is uiteindelijk dat W&T-onderwijs een vaste plek krijgt in de lespraktijk van de deelnemende scholen. Kids4Twente biedt scholen en bedrijven een aantal hulpmiddelen om hen te ondersteunen bij hun ontwikkeltraject. Zo is er een digitale marktplaats voor scholen en bedrijven, waar zij met elkaar in contact kunnen komen en best practices delen. Marjolein: “We meten jaarlijks de impact van ons programma via het wetenschappelijk onderzoek Technscope, dat wordt afgenomen onder alle leerlingen in groep 6, 7 en 8 en onderbouw middelbare scholen. Daarnaast zijn we bezig met het ontwikkelen van een reflectie-app, waarin leerlingen, hun ouders en leerkrachten, kunnen reflecteren op de ervaringen die zij hebben opgedaan gedurende het schooljaar.”
Waar de Twente Board Kids4Twente aanvankelijk ondersteunde met een pilot die tot de zomer van 2023 zou duren, kan het programma inmiddels een aantal jaren vooruit. Dave: “Financiering vindt inmiddels plaats via middelen uit de Regio Deal. De provincie steunt ons nu voor vier jaar, met als opdracht dat we komende jaren de helft van alle Twentse scholen in onze methode gaan meenemen.”
Om dat voor elkaar te krijgen is Kids4Twente op zoek naar meer bedrijven uit Twente. Marjolein: “We vragen deze bedrijven om met scholen onze cyclus te doorlopen en in samenwerking met een school een lesactiviteit te ontwikkelen. Dit kan in de vorm van een bedrijfsbezoek, een gastcollege of een challenge over een actueel bedrijfsprobleem. Zij kunnen daarmee een maatschappelijke bijdrage leveren en kinderen een bijzondere praktijkervaring bieden. Met als doel dat leerlingen daardoor een betere keuze maken voor hun toekomst.”
Voor bedrijven is deelname bovendien ook om een andere reden interessant. Dave: “Zij zien vanuit arbeidsmarktperspectief de noodzaak om iets aan de mismatch te doen die er nu is. Want hebben zij straks nog voldoende personeel? Zij voelen de maatschappelijke druk om samen met scholen te investeren in een nieuwe doelgroep. In de hoop samen deze mismatch op te kunnen lossen. Voor medewerkers van bedrijven is het vooral ook betekenisvol om hun passie voor hun vakgebied over te brengen aan een groep kinderen”
De verwachting is dat scholen zelf ook een vlucht naar voren nemen in het stimuleren van W&T-onderwijs: “Deelnemers aan ons programma worden steeds beter in het ontwikkelen van dit soort onderwijs. Hoe mooi is het als zij straks hun eigen olievlek maken, dat zij andere scholen aansteken en meenemen in deze ontwikkeling. Als we dat voor elkaar krijgen, dan zijn we echt goed bezig.”
Wat zijn geleerde lessen van de aanpak van Kids4Twente? Dit zijn de antwoorden van projectleider Dave van der Valk en projectcoördinator Marjolein Lindeman.